Een mooi woord voor inspiratie, is Bezieling, Begeestering , of Inboezeming. In elk geval iets dat plaatsvindt in de buurt van je hart, je ziel.
En iets dat doet schrijven, dat poezie creeert.
De inspiratie voor een gedicht kan overal vandaan komen: de natuur die je ervaart, de associatie met een bepaald woord, belevenissen uit je verleden, fantasie over de toekomst; of juist het overweldigende van het moment.
Of een kathedraal, een schilderij of beeldhouwwerk, een foto.
Of: een muziekstuk. En dan niet zozeer beschrijven, maar -zoals muzikant en tekstdichter Jan Rot het noemt- hertalen.
Herbeelden. Niet vanuit het visuele, maar vanuit het auditieve veld.
Hier twee gedichten die ik naar aanleiding van een muziekstuk heb geschreven:
Cantique de Jean Racine (Gabriel Faure)
Fluweelzacht de violen
in de avondmist
-een harp prevelt
voor zich heen
–
stemmen
zijn op zoek
en vinden
–
elkaar
opgelucht
en herboren
–
In harmonieen breed gedragen
wat besloten lag
al lang besloten lag
nu ontluikt
–
stemmen bekennen
en weten sindsdien:
–
niet begraven
maar slapend
steeds weer slapend
–
een harp
in de nevel.
en:
Preludes Opus 28 (Chopin, prelude nr 1)
Als water
klatert de prelude
zich van de vleugel los
–
vingers krioelen
als vissen op de vlucht
–
bereiken bevrijd
mijn oor
–
happen naar adem
in mijn hart.
Maar het volgende citaat over inspiratie is natuurlijk ook juist:
De ware dichter is hij die inspiratie krijgt terwijl hij het vers maakt.
Origineel: Le vrai poète est celui qui trouve l’idée en forgeant le verse.
(Alain)